ons avontuur

We wilden nog ‘iets geks’ doen in ons leven en dat werd een vakwerkhuis in Kröv, waar we sinds 2008 aan het werk zijn. Het pand bestaat uit 3 delen. Het oudste deel is uit '1600 en nog wat', dan een deel uit 1779 en tenslotte de "nieuwbouw" van ergens tussen 1779 en 1820. Onze werkvolgorde kan vreemd over komen; dit komt omdat we er ook in willen wonen en dus wordt er ook aandacht aan het “wooncomfort” besteed.

Archief

Pand

Terug in de tijd ….

Hoe het er vroeger echt uitgezien heeft zullen we waarschijnlijk nooit meer achterhalen, maar zonder asfalt, auto’s, fietsen, antennes, schotels en mensen in moderne kleren krijg je wel een idee hoe het er uit zou kunnen hebben gezien.

In 2017 hadden we geluk, want via de buurman mochten we een oude foto fotograferen, die in het bezit is van de dorpshistoricus Dieter Müllen, die een stukje verderop woont. Onbekend is, wanneer de foto is gemaakt, maar de weg lijkt nog onverhard te zijn en de originele(?) raamloze dakkapel, met puntig dakje lijkt er nog op te zitten.

Bouwjaar 1779

Het oudste gedeelte van het pand dateert uit 1779, zoals aan het opschrift in de zandstenen deurpost boven de voordeur te zien is. De buitenmuren van de begane grond zijn gemiddeld ruim een halve meter dik en bestaan uit natuursteen.

In de vintage badkamer is de muur zelfs iets meer dan een meter dik.

Vanaf de eerste verdieping is het een zogenaamde vakwerkconstructie. De binnenmuren bestaan uit een constructie van eiken balken (vakwerk), wat opgevuld is met leem. Het dak bestaat uit planken die over de spanten liggen met daarop leisteen. Op een groot deel van het dak ontbreekt de leisteen en zit er een bitumenachtige dakbedekking (“Pappe”) op.

Bij het woonhuis en de schuur/garage aan de voorkant is het vakwerk al jaren geleden bedekt met Putz (pleisterlaag) en misschien dat we in de toekomst het vakwerk weer Freilegen (zichtbaar maken door de pleisterlaag te verwijderen).

Schone schijn

Als je alleen de linkerhoek aan de voorkant zou zien, met de oude lantaarnpaal en de schitterende roos die verzorgd wordt door onze buren, dan lijkt het ondenkbaar dat het gedeelte verder naar achter in veel slechtere staat is, maar toch is dat zo.

Links naast de roos is de voormalige buiteningang naar de wijnkelder te zien. Het halfronde zandstenen kozijn zit er nog, maar de trap buiten is verdwenen en de houten deur is vervangen door een stalen, met daarachter nog een muur van metselwerk. In de verre toekomst zal dit zeker aangepast worden, zodat het uiterlijk meer in overeenstemming is met de ouderdom van het pand.

Zandsteen pilaar

In de hoek van het woongedeelte van het pand links-achter is nog een bijzonder detail verwerkt, namelijk een pilaar van zandsteen. Deze grotendeels achter klimop verborgen pilaar zou afkomstig zijn van een oud gerechtsgebouw wat er voor 1779 gestaan zou hebben. Of dit werkelijk zo is weten we nog niet, maar het verhaal is leuk en de pilaar is echt!

Het torentje

Men heeft ons verteld dat er vroeger een torentje met een klok op het oorspronkelijke gebouw gestaan moet hebben. Dat zou mooi zijn, maar als we bovenstaande oude foto bekijken, dan hebben we daar wel de nodige twijfels bij.

Vakwerkconstructie

Zowel in de letterlijke betekenis, werk van een vakman, als in de aanduiding voor een bouwconstructie is het echt een Vakwerkhuis. Waar tegenwoordig hout vaak met metalen koppelplaten, spijkerplaten, raveeldragers, regeldragers en dergelijke met elkaar verbonden worden, werden vroeger prachtige houtverbindingen gemaakt waaraan geen spijker of nagel te pas kwam, hoogstens een enkele houten pen.

Dat zelfs dikke eiken balken niet altijd het eeuwige leven hebben bewijst de foto van een gebroken balk. We hebben inmiddels diverse gebroken balken gevonden en op termijn zullen deze allemaal vervangen gaan worden. Iets waarvoor we de hulp van een timmerman zullen gaan inroepen.

Zuckerbäcker

Volgens overlevering zat er in het pand oorspronkelijk een Zuckerbäcker (suikerbakker of banketbakker) met een soort winkel en zat de (extra?) deur aan de straatkant.

Aan de buitenkant is niet te zien waar die deur gezeten heeft, omdat de buitenmuur later voorzien is van “Putz”. Misschien dat we in de toekomst deze oude toegang weer zichtbaar maken in de vorm van een raam. Binnen, in de woonkamer is nog wel te zien waar de toegang heeft gezeten waardoor honderden jaren geleden de klanten naar binnen kwamen;  de buitenmuur is hier hier namelijk ruim 60 cm  minder dik. Misschien zit er niet meer dan een halfsteens muur in de opening?

Der Winzer

In de periode rond 1910 – 1920 woonde er een Winzer (wijnboer) in het pand met de achternaam Hammel. Onder de woonkamer zit een kleine wijnkelder en op zolder hebben wij een zogenaamd Kellerbuch (kelderboek) uit 1915-1916 gevonden, wat door Joseph Hammel (geboren op 22 april 1900) werd bijgehouden.
Verder hebben we her en der gereedschap (zoals een vatenkrik) en voorwerpen gevonden die gebruikt werden in de wijnbouw.

De gang/hal

Vanaf de voordeur kom je in een redelijke ruime hal, die echt het verkeersknooppunt van de benedenverdieping is, want van hieruit kun je naar de kelder, de woonkamer, de badkamer, de keuken, de garage, of de trap op naar boven.

De woonkamer

Om niet elke keer op en neer te hoeven rijden (ongeveer 580 km) zijn we begonnen met het bewoonbaar maken van de woonkamer. Omdat het huis ruim 3 jaar leeg gestaan had, betekende dit allereerst een grote schoonmaak! Toen dit gedaan was moest er nog wat meubilair in komen. Inmiddels staat er al meer dan op de foto te zien is en kunnen we er zelfs al slapen (op een slaapbank).

De badkamer

De werkzaamheden aan de badkamer zijn tot nu (2010) vrij beperkt gebleven; het begon met een grooooote schoonmaak, inclusief het weghalen van een net niet antieke wasmachine, daarna het herstellen van het stucwerk van het plafond en het opnieuw verven. Toen daarna nog de stortbak, de WC bril en het hangkastje vervangen waren en er kast neergezet was, was de badkamer goed bruikbaar.

Voorlopig hebben we geen opzienbarende plannen met de badkamer.

De trap

Ook bij de trap naar de eerste verdieping zit een mooi staaltje van ouderwetse timmermanskunst; de massief houten treden zijn bevestigd aan een houten paal met een lengte van ca. 5 meter en een diameter van ca. 30 cm.

Rookruimte

Verborgen achter een voorzetwand in de woonkamer zou een schouw moeten zitten. De schoorsteen hiervan gaat niet recht naar boven naar het dak, maar halverwege zit een rookkamer en daarna weer een normale schoorsteen die via de zolder op het dak uitkomt.
Om in de rookkamer te kunnen komen zit er op de overloop van de eerste verdieping een stalen deurtje van ongeveer 40 cm breed en 50 cm hoog.


Binnenin is het pikzwart en het ruikte nog vaag naar het vlees/spek wat er lang geleden gedroogd werd.

De lage deur

We komen af en toe rare dingen tegen die we nog niet allemaal begrijpen. In een slaapkamer zit bijvoorbeeld een deur van maar 1,60 meter hoog. Waarom is deze deur zo laag, terwijl de kamer en alle andere deuren in het woongedeelte wel een normale hoogte hebben. De architect vermoed dat de ruimte vroeger voor opslag werd gebruikt en dat een hoge deur daarom niet nodig was.

De slaapkamer (atelier)

In de dezelfde slaapkamer als waar de lage deur (zie hierboven) zit, zit een balkenplafond waarvan de balken en het plafond bedekt zijn met een witte laag.
Op een aansluiting van 2 balken was deze laag kapot en het lijkt alsof de laag bestaat uit een stro-achtige iets met daar overheen kalk.
De complete balken zijn hiermee bedekt, zelfs de versieringen (rozetten) die daar op zitten.

Tussen haakjes staat er ‘atelier’; als we ooit aan de achterkant nieuwe slaapkamers hebben, dan wordt dit misschien een atelier.

De ‘showkamer’

De positieve benaming is ‘showkamer’, maar meestal noemen we dit de ‘doorzakkamer’ en een enkele keer de ‘enge kamer’. Deze minder flateuze benaming verdient deze kamer dankzij een gebroken balk in het plafond. Hier is later overheen gestuct en dit geeft een apart effect. In het voorste deel staan meubels en andere dingen die we nog niet echt kwijt kunnen en het achterste deel wordt gebruikt voor opslag.

Waterput

Het pand heeft nog vrij veel authentieke onderdelen; zo zit er IN het woongedeelte een waterput!
In de gang zit een soort kastdeur met daarachter de put. Hoe diep deze put is weten we nog niet; wel weten we dat het water ongeveer 7 meter onder de putrand begint.
De put is aan de bovenkant afgedekt met planken en doordat het water onderin de put ijskoud is en de wanden erg dik zijn, hebben vorige bewoners de ruimte gebruikt als een soort koelkast.
We moeten nog een keer met een magneet of een onderwatercamera kijken of er nog iets op de bodem ligt……

De kelder

Via een smalle stenen trap naast de voordeur kom je in de wijnkelder; de vaten kwamen binnen via de -nu dichtgemetselde- kelderingang en werden op de opstanden gelegd.
Het plafond van de kelder is een gewelf (boog) en ook dit is weer een stukje vakwerk, want al ruim 230 jaar staat dit overeind zonder cement!

“Garagedeuren”

Toen het huis gebouwd werd waren er nog geen auto’s, maar omdat de dubbele deuren op straat uitkomen en de ruimte als garage gebruikt zou kunnen worden noemen we het de garage en dus zijn de deuren “garagedeuren”.
Om het daadwerkelijk als garage te gebruiken moet er of iets aan de deurconstructie aangepast worden, of we moeten een kleine auto kopen.
De deuren gaan namelijk naar binnen open en kunnen niet meer dicht als er een auto in staat. Een niet te grote aanhanger kunnen we er gelukkig in kwijt.

Bij de scharnieren en de sluiting van de beide deuren is weer duidelijk een staaltje van historisch timmermansvernuft te zien.

De boerderij

In een later stadium, mogelijk in de buurt van 1850, is het pand vergroot en verbouwd tot een boerderij. De voormalige banketbakkerij werd een woonhuis en aan de zijkant werden een schuur, koeienstal, 2e schuur (nogal bouwvallig) en varkensstal gebouwd. Ook werd er in de tuin een kelder gemaakt waarin het veevoer bewaard werd.

Tot wanneer het een boerderij is geweest weten we nu nog niet.

Koeienstal

Aan de linkerkant tussen de garage en de Scheune ligt de voormalige koeienstal. Een buitendeur zat er aanvankelijk niet in (nu wel) en in de toekomst willen we deze ruimte gebruiken als bijkeuken.

Schweinestall

Achter de schuur staat de varkensstal; een echte Schweinestall dus, al is het zoldertje en het dak niet al te best meer.
Nadat we alle zooi uit de stal gehaald hadden, kwam er een zandstenen trog te voorschijn. De trog lijkt nog goed en dus de is stal nu weer bijna klaar voor een nieuwe bewoner.
Het nog intacte voerluik zorgt ervoor dat er ook van buitenaf gevoerd of gegeten kan worden.

Als gevolg van bouwactiviteiten ziet de stal er nu iets anders uit, want het dak en het zoldertje hebben we er tijdelijk af moeten halen.

De tuinkelder

Aan de linkerkant van de tuin vonden we onder het onkruid 2 metalen luiken, die de toegang vormden tot een kelder(tje) van ca. 2 bij 3 meter. Ook hier wist Frau Rosa Weber (de toenmalige buurvrouw) wat van, want dit zou een aardappelkelder (geweest) zijn.

In het keldertje lag jammer genoeg geen verborgen schat of ander bruikbaar spul; we moesten het doen met bouwafval!

 

Uitzicht

Hoewel we net geen uitzicht op de Mosel hebben (behalve als je op de nok van het dak zou staan), hebben we vanaf sommige plaatsen toch wel een aardig uitzicht, zoals op het Echternacher Hof (1764) en een Gästehaus vanaf de verdieping boven de garage, of over daken van Kröv vanaf ons eigen dak.