Links naast het paadje van de boogdeur naar het terras ligt al jaren een klimopveldje, wat zich naar alle kanten uitgebreid had. Aan de terras- en padkant hadden we het al eerder gesnoeid en nu was de huiskant aan de beurt, waar het bezig was een “zitbank” te overwoekeren.
Met als oogst de nodige emmers klimop, hebben we behoorlijk wat gesnoeid. Hierdoor werden ook de stenen eronder weer zichtbaar, waar van we bijna vergeten waren dat we die nog hadden.
’s Middags zijn we gaan wandelen; eerst van Kröv naar Kinheim, daar de brug over naar Kindel en vervolgens langs de Mosel naar Erden en Lösnich en daarna weer terug. Het doel was om wat in Erden en Lösnich rondtekijken. Wil je alleen de foto’s zien? Die staan hier.
Het eerste deel, over een vlakke makkelijk beloopbare iets omhooggaande weg, naar Kinheim was overbekend en vrij snel waren we in het buurdorp. Op de muren zaten grote bossen muurbloemen in allerlei kleuren, wat er heel fraai uit zag.
Ietsje verder aan dezelfde weg, was het veel minder fraai en zelfs slecht. Een op zich mooi (onbewoond) pand met uitzicht op de Mosel, raakt steeds meer in verval en het zal niet lang meer duren voordat herstel niet meer mogelijk is en sloop de enige optie is.
Bij Kinheim gingen we over de brug naar Kindel. dat hadden we pas gezien, dus meteen na de brug rechtsaf langs de Mosel richting Lösnich. Dit is een dorpje met maar 487 inwoners (in 2022), wat toch een eigen burgemeester heeft.
Onze verwachting was, dat hier weinig te zien zou zijn, maar dat viel reuze mee. Er stonden diverse mooie oude vakwerkhuizen en er waren een paar panden van de categorie “project”, die vaak minstens zo interessant zijn. Bij dit pand is goed te zien, dat een kromme balk geen probleem is, als die functioneel is.
Ook panden die niet tot in de puntjes afgewerkt zijn, kunnen iets hebben, zoals dit pand. Het heeft een mansardedak (genoemd naar de Franse architect François Mansart. Je ziet ook, dat het vakwerk onbehandeld is (of dat de verf/olie eraf is) en gevuld is met leisteen, met waarschijnlijk een kalkachtig stuukmiddel.
We hebben in de loop van de jaren allerlei vakwerkhuizen gezien, maar Hotel Zum Trepchen had – voor ons – wat nieuws; schoren waar een stuk uit lijkt te zijn. We vermoeden dat het hout achter het stuukwerk wel doorloopt.
Zoals veel dorpjes in deze omgeving en dan met name de wijndorpen, heeft ook Lösnich een soort van reclame in hun wijnbergen staan. Overal is er wel een creatieveling te vinden, die een gewoon huis een aparte uitstraling weet te geven, ook in Lösnich.
In de doodlopende Herrengasse stond een mooi en waarschijnlijk onbewoond pand. De dakbedekking van golfplaten was verre van fraai, maar beschut het pand wel tegen verdere aftakeling. Al met al een potentieel mooi project voor degenen die een opknapper aan de Mosel zoeken.
Er tegenover stond een vakwerkhuis in prima staat, maar zonder de tuin van het projecthuis. Een stukje verder in de Breite Straße stond een pand (Scheune?), waarvan een deel van het vakwerk met leisteen was gevuld (net als bij ons). De vulling in de punt lijkt niet origineel.
We hebben best wel wat ruimte in ons pand en na de grote verbouwing (die nog moet komen), wordt dat alleen maar meer. Regelmatig blijkt echter, dat je eigenlijk nooit genoeg ruimte hebt en als je dan een schuur als deze in je tuin hebt staan, dan is dat erg handig. Zeker met een parkeerplaats er voor.
Een eindje verderop, aan de Hohlweg stond een groot huis, wat in z’n goeie tijd sierlijker moet zijn geweest dan de doorsnee huizen. De naastgelegen schuur was mogelijk nog groter, maar ook bouwvalliger gezien het gevarenlint waarmee de toegang was afgezet.
Zoals de meeste dorpjes, heeft ook Lösnich een behoorlijk grote en oude kerk, in dit geval de neo-gotische Pfarrkirche St. Vitus gebouwd in 1879/1880. Voordat we bij de kerk waren, liepen we nog langs een gasterij, die zo te zien lang geen bezoek gehad had.
In de Hauptstraße stond een huis waarvan de bouwstijl wordt omschreven als ‘späthistoristischer Bruchsteinbau’. Het houten overdekte balkon, een soort erker, viel het meeste op, al vonden we dit niet echt passen op een gebouw uit 1908.
In deze regio staan vrij veel huizen met zogenaamde ‘trocken Mauer’, waarbij de onregelmatig gevormde leistenen zo goed als los (zonder cement) op elkaar gelegd worden. Het is een hele kunst om zo stabiele verticale muren te maken, zeker als die zo hoog zijn als bij dit huis.
De laatste foto’s van Lösnich zijn van een kitsachtig huis en van een wijnautomaat. De automaat staat bijna de hele dag vol in de zon en de vraag is, of de wijn hierin echt koel is. De vraag is ook, wie zou hier wijn kopen; is het niet leuker om die bij een Winzer (wijnboer) te kopen?
Over de Gestade (spreektaal voor ‘oever’), die parallel loopt aan de veel drukkere Hauptstraße, liepen we langs de Mosel naar Lösnich, wat maar een paar honderd meter is. Ertussen ligt de Lösnicher Brücke, wat de kortste weg naar de snelweg is, al ga dan wel via de E42 over de landschapsverpestende Hochmoselbrücke.
Je komt Erden binnen bij de Brunnenanlage Treppchenblick, een bron, die zoals de naam aangeeft uitzicht biedt op de Erdener Treppchen, de wijnbouwheuvels van Erden. Op deze plaats vinden traditiegetrouw de dorpsfeesten plaats en dan met name het Mosel Wein- und Brunnenfest van Erden.
Net als Lösnich, verraste Erden ons ook in positieve zin. Er was veel meer te zien dan we dachten, waaronder een behoorlijk aantal fraaie huizen. Er is zelfs een historische dorpskern met diverse mooie vakwerkhuizen uit de 17e en 18e eeuw.
Op een dorpspleintje stond een historische druivenpers, een zogenaamde Baumkelter. Later bleek het toch wat nepperig te zijn, de pers was uit 1850 en de lokale historische vereniging had hem uit Oostenrijk gehaald.
Mooi vakwerkhuizen in de Denkmalzone (monumentenzorg) dorpskern van Erden, met name aan de Hauptstraße 28 t/m 34, 39, 43 en de Paulinerstraße 4 t/m 10 (even nummers).
De kerk van Erden is omringd door smalle straatjes en steegjes en staat daardoor erg dicht op de huizen. De Katholische Pfarrkirche St. Anna, zoals de volledig naam luidt, is oorspronkelijk als zogenaamde ‘zaalkerk’ gebouwd in 1718-1720 en later, in 1869, is de toren eraan gezet.
In bijna alle dorpjes in deze regio zijn grote huizen te vinden, zo ook hier in Erden. Vaak wonen er wijnboeren in dit soort huizen en ook op dit huis staat de naam de naam van een Weingut. Ook hier aan de Mosel wordt aan carpooling gedaan en om het makkelijker te maken kun je met een bordje aangeven waar je naar toe wilt.
Inmiddels waren we terug in Lösnich waar we langs een groot huis met Moseluitzicht liepen. In Kindel gingen we de brug over naar Kinheim. Deze brug is enige tijd geleden gerenoveerd en toen is er een waarschuwingsbord voor campers gekomen.
Vanaf zie je meteen waarom het bord er staat; de camper plaats in Kinheim. Om er te komen moet je dus bij Lösnich de brug over. Voorbij de brug gingen we de heuvel op richting Kröv, waar we op een toeristenbank nog even van het uitzicht genoten.
Zo’n 4 uur na vertrek waren we weer terug.
.